Gerrit
Achterberg had ik tijdens mijn studie Nederlands met veel genoegen bestudeerd,
maar door mijn verblijf in Zuid-Afrika
raakte hij op de achtergrond. Daar raakte ik met Ida Gerhardt bevriend en begon
met een studie klassieke talen.
Het was echter op een merkwaardige dag in 1990 dat Gerrit Achterberg plotseling
weer tot leven kwam. Ik was even
overgevlogen en logeerde bij een vriend op het Janskerkhof in Utrecht. Ida
Gerhardt wilde op bezoek komen en Hans
Werkman reed haar. In zijn verslag van de dag Uren met Ida Gerhardt lezen we:
Over
Gerrit Achterberg praten we. Ze vertelt dat ze naar hem toe reisde in Neede. Ze
had toen net, in 1947, een bijtend kwatrijn gepubliceerd met de toelichting ‘
over het rondreizen van Donkersloot met de dichter Achterberg’.
Die ligt verkrompen onder Gods geweld
wiens vers zijn folterpijnen naakt
vertelt
wordt door zijn vrienden aan beluste drom
gelijk een zeldzaam beest tentoongesteld.
Catrien
Achterberg liet haar binnen en ze hoorde hem zeggen: ‘Is ze dan toch gekomen?’ Ida:’
Natuurlijk Gerrit, of meneer Achterberg, wat u maar wilt, natuurlijk ben ik
gekomen.’ Hij: ‘Maar u hebt toch geschreven dat ik gelijk een zeldzaam beest
wordt tentoongesteld? Waarom noemt u mij een zeldzaam beest?’ Zij: ‘’Maar m’n
lieve man, waarom zou ik jou een zeldzaam beest noemen?’ Hij:’ Nou om dát
natuurlijk.’ Zij: ’Ik kritiseer Donkersloot die jou langs cafés sleepte en je
liet optreden. Ik gebruik het bééld van beest, ik zeg niet dat jij een beest
bént.
‘En
hij begon te huilen,’ zegt Ida Gerhardt tegen me. […]
Klik hier voor de volledige tekst van de toespraak van Pieta van Beek:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten